Fast fashion is een term die wordt gebruikt om te beschrijven hoe modebedrijven snel en goedkoop trendy kledingstukken produceren om aan de vraag van consumenten te voldoen. Fast fashion merken volgen de laatste trends en brengen regelmatig nieuwe collecties uit, soms wel meerdere keren per week. Voorheen was het normaal om per seizoen een nieuwe collectie uit te brengen. Dus 4 collecties per jaar. Maar door de vraag van consumenten en door de grote bedrijven die zo veel mogelijk collecties per jaar willen leveren is de fast fashion ontstaan.

De productie van fast fashion kleding is vaak geconcentreerd in landen met lagere lonen, waar werknemers lange uren werken onder slechte arbeidsomstandigheden. Dit zijn landen zoals Bangladesh, China, India en Pakistan. Het gebruik van goedkope materialen en massaproductie draagt ook bij aan de negatieve impact op het milieu, door de uitstoot van broeikasgassen en vervuiling van water en land.

De focus op lage kosten en snelle omloopsnelheid van fast fashion heeft geleid tot een trend van wegwerpmode, waarbij kledingstukken na slechts enkele keren dragen worden weggegooid. Dit heeft ook bijgedragen aan een toename van de hoeveelheid textielafval die wereldwijd wordt geproduceerd.

Er is echter steeds meer aandacht voor duurzame mode en slow fashion, waarbij de nadruk ligt op kwaliteit, tijdloosheid en milieuvriendelijke productie. Er zijn ook steeds meer merken die zich richten op duurzame en ethische praktijken, zoals het gebruik van biologische materialen en eerlijke lonen voor werknemers.